Sword Art Online:Volume 1 Hoofdstuk 11

From Baka-Tsuki
Jump to navigation Jump to search

Hoofdstuk 11[edit]

Helaas voor ons, kwamen we een groep hagedissenmensen tegen op de weg naar de bovenste verdieping. Tegen de tijd dat de acht van ons op de doorgang van de bovenste verdieping aan waren gekomen waren al dertig minuten voorbij, en we hadden nog altijd de leden van het leger niet ingehaald. “Misschien hebben ze hun Crystals al gebruikt voor te ontsnappen?” Zei Klein lachend, maar niemand van ons geloofde dat ze dat zouden hebben gedaan. Als gevolg daarvan versnelde we onbewust onze voetstappen terwijl we de gang af wandelden. Toen we ongeveer halverwege waren, hoorden we een geluid van de muur af echoën dat onze angsten bevestigden. We stopten onmiddellijk om te luisteren.

“Ahhhh….”

Het gedempte geluid wat we hoorden was, zonder twijfel, een schreeuw.

Maar het behoorde niet tot een monster. We keken elkaar aan en begonnen te sprinten. Door onze hoge vaardigheid, liepen Asuna en ik sneller dan alle anderen, waardoor er snel een kloof ontstond tussen ons en Klein’s groep. Maar dit was niet de tijd voor ons om er iets om te geven. We renden als de wind door de stralende blauwe gang in de tegenovergestelde richting als we de vorige keer waren gegaan. De dubbele deuren kwamen snel in zicht. Ze waren al open, en we konden binnen blauwe vlammen zien flikkeren terwijl in de verte een grote schaduw bewoog. We hoorde ook het intimiderende geluid van geschreeuw en botsend metaal.

“Nee…!”

Asuna schreeuwde van verdriet en versnelde haar snelheid. Ik volgde vlak achter haar. Het leek alsof onze voeten nauwelijks de grond raakten, alsof we door de lucht vlogen. Ik dacht dat we de grenzen van het steun systeem wel hadden bereikt. Ondertussen flitsten de pijlers aan de weerzijden van de doorgang ons voorbij.

Terwijl we de deur aan het naderen waren reduceerden ik en Asuna drastisch onze snelheid. Vonken vlogen van onze laarzen af en we waren er in geslaagd om net voor de poort te stoppen. “Hey! Zijn jullie in orde !?”

Riep ik en leunde naar voren voor een beter zicht.

Van binnen — leek het net de hel.

Blauwwitte vlammen waren op de vloer aan het branden. Een gigantische figuur stond in het midden van alles, het lichaam scheen alsof het uit metaal was gemaakt. Dat was de demon: The Gleameyes.

Toen de gleameyes zijn enorme zanbato-achtig zwaard rondzwaaide, kwam er een enorme vlammende adem uit zijn hoofd dat gevormd was als een berggeit. De schade toegebracht aan de demon was niet eens een derde van zijn HP. Aan de andere kant van de kamer lagen een heleboel silhouetten, hun grootte was klein in vergelijking met de demon. Zij waren de groep van het leger, en ze waren aan het klauteren voor hun leven.

Ze hadden niet langer een orde om van te spreken. Ik controleerde het aantal mensen en zag meteen dat er twee ontbraken. “Het zou goed zijn als ze waren ontsnapt met behulp van een teleport item,” maar- Zelf al dacht ik dit, werd een van hen geraakt door de zijkant van de zanbato en ging vliegen. Zijn HP was gezakt tot in de rode gevarenzone. Ik weet niet hoe ze in deze situatie terecht waren gekomen, maar de demon had zich tussen het leger en de uitgang weten te krijgen, en als gevolg daarvan konden ze niet eens vluchten. Ik schreeuwde naar de gevallen speler.

“Wat ben je aan het doen!? Gebruik je teleport item!”

De man keek mijn kant op. Zijn gezicht reflecteerde de blauwachtige kleur van de vlammen vol wanhoop. Hij riep toen:

“Dat gaat niet…! De Crystals werken niet!!”

“Wa…?”

Ik kon niets zeggen. Betekende dit dat deze kamer een «Anti-Crystal Gebied» was? Het was een zeldzame val die af en toe eens in de kerkers opdaagde, maar het was nog nooit in een baas kamer gevonden, tot nu dan.

“Hoe is dat mogelijk…!?”

Asuna ademde sterk. Dit was een geval waarin we zelfs niet konden binnen rennen om ze te redden. Toen, een speler aan de andere kant van de baas zijn zwaard ophief en riep:

“Wat zijn jullie aan het zeggen!! Het woord terugtrekken bestaat niet voor het Bevrijdings leger!! Vecht!! Vecht zeg ik je!!”

Dat was zeker en vast Coberts stem.

“Vuile klootzak!”

Schreeuwde ik. Het feit dat twee spelers al verdwenen waren in een geen Crystal arena — betekende dat ze al dood waren, al verdwenen. Iets wat koste wat het kost moest worden vermeden was al gebeurd, en die idioot zei nog zoiets? Mijn bloed begon te koken uit woede.

Toen kwamen Klein en zijn groep aan.

“Hey, wat gebeurt er!?”

Ik had hen snel verteld wat de huidige situatie was. Terwijl hij het hoorde werd Klein’s uitdrukking duisterder.

“Is… Is er niets dat we kunnen doen… ?”

We kunnen misschien rennen en een weg eruit vinden voor hun. Maar omdat een nood ontsnapping onmogelijk was in deze kamer konden we de mogelijkheid niet negeren dat iemand van ons ook kon sterven. We hadden gewoon niet genoeg mensen. Terwijl ik in conflict was met deze gedachte had Cobert zijn mannen op een of andere manier terug op orde gekregen en riep.

“Charge!”

Twee van de tien hadden bijna hun hele HP verloren en lagen op de grond. De andere acht stonden in lijnen van vier met Cobert in het midden, die de leiding gaf aan de aanval met zijn zwaard hoog opgetrokken.

“Nee—!”

Maar mijn stem kon hun niet bereiken.

Het was een nutteloze aanval. Als ze alle acht samen liepen konden ze hun zwaard vaardigheden niet goed gebruiken en dat zou slechts de verwarring erger maken. Ze moesten defensief vechten, persoon per persoon roteren om schade aan te richten en dan overschakelen naar het volgende lid.

De demon richtte zich op en gaf een brul waarvan de grond begon the schudden voordat het een verblindende straal van vuur uitspuwde. Het leek alsof de adem telde als een aanval, de acht man vertraagden toen het blauwe licht van de vlammen hen verzwolg. De demon nam zijn kans en zwaaide zijn enorme zwaard. Het lichaam van een persoon vloog de lucht in, vloog over de demon en crashte voor ons op de grond.

Het was Cobert.

Zijn HP was verdwenen. Met een blik die niet goed snapte wat net gebeurt was, bewoog hij langzaam zijn mond.

“—Dit is onmogelijk.”

Zei hij geluidloos. Toen met een zenuwslopend geluid dat onze zielen doorboorde, begon zijn lichaam af te breken in polygonen. Naast mij, gaf Asuna een korte gil bij deze betekenisloze dood. Met hun leider dood, vielen de leden van hel leger onmiddellijk in chaos. Ze renden schreeuwend rond. Iedereens HP balk was onder de helft.

“Nee… Nee… Nooit meer… ” Toen ik Asuna’s gespannen stem hoorde, keek ik opzij naar haar toe. Met spoed probeerde ik haar arm meteen te grijpen… Maar het was al te laat.

“NEE—!!”

Met deze schreeuw, rende Asuna als een windvlaag weg. Zo trok haar rapier alsof deze uit de lucht kwam en rende naar de gleameyes als een lichtflits. “Asuna” Riep ik. Met geen andere keus over, trok ik mijn zwaard en volgde haar.

“Eh, wat”

Klein en zijn party volgde kort achter ons.

Asuna’s roekeloze aanval raakte de rug van de demon terwijl zijn aandacht ergens anders was. Maar zijn HP ging amper omlaag.

De gleameyes brulde, draaide zich om en zwaaide zijn zanbato naar beneden. Asuna probeerde onmiddellijk te ontwijken, maar ze kon niet helemaal ontwijken en werd neergehaald door de schokgolf. De tweede aanval zwaaide de demon naar haar zonder aarzeling.

“Asuna—!!”

Ik voelde mijn lichaam koud worden uit angst toen ik mezelf tussen Asuna en een zwaard gooide. Mijn zwaard was er nauwelijks in geslaagd om de aanval op tijd af te buigen. Daarna voelde ik een impact door mijn hele lichaam toen de schokgolf mij raakte.

Vonken vlogen van de twee zwaarden, het zwaard van de demon raakte de vloer slechts een paar centimeter uit de buurt van Asuna. Het groef een groot gat in de grond met een explosie-achtig geluidseffect. “Achteruit!”

Schreeuwde ik en bereidde me voor op de aanvallen van de demon. Het zwaard kwam herhaaldelijk op me neer met een verpletterende macht en voelde alsof het mijn leven zou nemen met een treffer. Er was geen ruimte om een tegenaanval te proberen. De technieken waren in principe two-handed zwaard vaardigheden. Maar ze waren een beetje aangepast waardoor ze onmogelijk uit te lezen waren. Ik concentreerde me volledig op het verdedigen met omzeilen en pareren. Maar de aanvallen waren monsterlijk sterk en mijn HP verlaagde met elk passerende zwaai.

“Argh!!”

Uiteindelijk, raakte een van de aanvallen mijn lichaam. Ik voelde de verbluffende impact, en mijn HP daalde enorm. Mijn uitrusting en vaardigheden waren verre van een tank. Als het zo door ging, zou het alleen maar tot mijn dood leiden. De angst om te sterven rilling over mijn lichaam. Ik kon niet eens proberen om te ontsnappen.

Er was maar een ding dat ik kon doen. Ik zou er tegen in moeten gaan met alles wat ik kon als een damage-dealer. “Asuna! Klein! Geef me tien seconden!”

Riep ik en zwaaide mijn zwaard hard om de klap van de demon te blokkeren en een breekpunt te maken. Toen wierp ik me op de grond en rolde weg. Klein nam onmiddellijk mijn plaats in en hield de demon terug met zijn katana. Maar Kleins katana en Asuna’s rapier waren wapens gebaseerd op snelheid en dus ontbrak er gewicht in. Ik dacht dat het niet gemakkelijk zou zijn voor hen om de demon zijn zanbato te blokkeren. Terwijl ik op de grond lag opende ik het menu met mijn linker hand.

Ik kon het niet veroorloven om nu een enkele fout te maken. Met een bonzend hart begon ik de vingers van mij rechterhand te plaatsen. Ik scrolde door mijn lijst van items, pakte iets vast, en ruste het uit in de enige lege ruimte die nog over was van mijn uitrustingsprofiel. Toen opende ik het scherm van vaardigheden en veranderde mijn wapen vaardigheid. Nadat ik klaar was raakte ik de ok knop aan op het venster om het te sluiten. Ik bevestigde het extra gewicht op mijn rug, hief mijn hoofd op en riep:

“Ik ben klaar!!”

Ik zag dat Klein een keer geraakt werd, zijn HP daalde toen hij zich terugtrok. Normaal zou hij een Crystal hebben gebruikt om zich te genezen, maar dat was niet mogelijk in deze kamer. Nu was Asuna aan het vechten met de demon en binnen een paar seconden was haar HP al onder het halverwege punt geel geworden.

Nadat ze mij hoorde knikte Asuna met haar rug naar me toen en gaf een korte schreeuw voor het uitvoeren van een piercing vaardigheid.

“Yaaaa!”

Een witte strook van licht vloog door de lucht en trof het wapen van de gleameyes, waardoor er vonken uitspoten. Terwijl een luid geluid weerklonk werd de afstand tussen Asuna en de demon verbreed.

“Switch!!”

Ik had de kans niet gemist en rende recht op de vijand af. De demon had zich snel hersteld van het korte verdovende effect en tilde zijn zwaard hoog in de lucht. Met het zwaard in mijn rechterhand blokkeerde ik de demon zijn zwaard toen het naar onder kwam met een vlam-achtig traject. Ik greep achter mijn rug met mijn linker hand en pakte het handvat van het nieuwe zwaard. Ik trok het en sloeg in een vloeiende beweging. De demon zijn HP verminderde merkbaar toen de eerste rake klap werd geregistreerd.

“Kwuaaaaa!”

De demon brulde van woede en probeerde een andere neerwaartse slag. Deze keer kruiste ik mijn twee zwaarden en blokkeerde het volledig. Toen zijn houding uit balans raakte besloot ik om log te komen van mijn verdediging en lanceerde een combo aanval. Mijn rechter zwaard sneed horizontaal in de buik van de demon. Mijn linker waard volgde onmiddellijk met verticaal te snijden in het lichaam. Rechts, links, den weer rechts. Ik zwaaide mijn alsof de zenuwen in mijn hersenen op overdrive ging. Het geluid van botsend metaal weerklonken luid. De ene na de andere witte flits laaide op in de lucht.

Dat was de extra vaardigheid die ik had verborgen «Dual Blades» en de techniek die ik gebruikte was high-class zwaard vaardigheid «Starburst Stream», een zestien-hit combo aanval. “Ahhhhh!!” Ik lette niet op de weinige hits die de demon wist te blokkeren, ik bleef schreeuwen terwijl ik meedogenloos bleef hakken met mijn zwaarden. Mijn ogen warmde op, en mijn zicht zag alleen de demon. Hoewel de demon zijn zwaard mijn lichaam nog steeds raakte voelde de impact aan alsof het in een verre wereld gebeurde. Ondertussen bleef de adrenaline door mijn lichaam stromen, en mijn hersengolven piekte elke keer als mijn zwaarden hun doel raakte.

Sneller, sneller. Het ritme van mijn aanvallen overschreed al tweemaal de normale snelheid, maar het voelde nog steeds te langzaam op mijn verhoogde zintuigen. Ik vervolgde mijn aanval in een tempo dat zelfs de bijstand van het systeem te snel ging.

“...Ahhhhhhhhh!!”

Met deze kreet startte ik de laatste van mijn zestien aanvallen, die de borst van de gleameyes doordrong.

“Kaaaaaaahh!!”

Toen mijn zintuigen terug kwamen, realiseerde ik dat ik niet de enige was die schreeuwde De enorme demon brulde in de richting van het plafond met zware adem die uit zijn neus en mond stroomde.

Toen bevroor zijn lichaam, en zodra ik dat zag — De gleameyes verbrijzelde in ontelbare blauwe scherven. Fragmenten van blauw licht regende over de hele kamer. “Is het… voorbij…?”

Duizelig van de nawerkingen van het gevecht, zwaaide ik zoals gewoonlijk mijn beide zwaarden nog eens voordat ik ze tegelijk in de schedes die gekruist lagen op mijn rug. Ik controleerde meteen mijn HP. Er was een rode lijn met slechts een paar puntjes over. Terwijl ik naar mijn HP keek zonder zorg voelde ik plotseling de kracht mijn lichaam verlaten en stortte op de vloer zonder geluid. Mijn zicht verdween in de duisternis.


Terug naar Hoofdstuk 10 Naar Overzicht Verder naar Hoofdstuk 12