Sword Art Online:Volume 4 Voorwoord

Als je omhoog keek, schenen vele lichtjes voorbij de schemerige hemel.

Het waren geen sterren. Het waren ontelbare ijspegels die vast hingen aan het plafond en zij straalde een flauwe fosforescentie, dat in hen zat, uit. In andere woorden, dit was de bodem van de grot, en zijn grootte was het probleem.

De afstand tot de verre torenhoge kliffen was, in de echte wereld, ongeveer 30 kilometer. De laagste punt van het plafond was 500 meter. Een ontelbaar nummer van gesneden kliffen, ravijnen, bevroren meren, besneeuwde bergen, bossen en op kasteel-lijkende structuren konden gezien worden vanaf bodem van de grot.

Met dat, de schaal van de grot was ongelooflijk. Deze ondergrondse ruimte, nee, het zou de «Underworld» (Onderwereld) moeten heten.

Eigenlijk was dat het ook. Het was een ander gebied dat het ondergrondse gedeelte van de feeën wereld, <<<Alfheim>>>, vulden. Een donkere wereld van ijs en sneeuw, geregeerd door vreselijke slechte-goden-klasse monsters. Zijn naam is-

«Jötunheimr».